Overheidsinstanties hoeven voortaan niet automatisch het laagste bod te kiezen in openbare aanbestedingen. Bij de aanschaf van goederen, diensten, aanbesteding van openbare werken of het afsluiten van concessiecontracten kunnen voortaan ook andere factoren worden meegewogen. Ook de mogelijkheden voor het MKB om mee te dingen naar overheidsopdrachten zijn verruimd.
Dit is het resultaat van een wetgevingspakket dat woensdag is aangenomen. Openbare aanbestedingen zijn goed voor 19% van het Europese binnenlands product. Het akkoord – waar in juni 2013 met de lidstaten overeenstemming over werd bereikt – beslaat drie nieuwe richtlijnen: een voor klassieke aanbestedingen (620 stemmen voor, 31 tegen en 30 onthoudingen), een voor publieke nutsfuncties (618 stemmen voor, 36 tegen en 26 onthoudingen) en een voor concessies (598 stemmen voor, 60 tegen en 18 onthoudingen).
Naar de volledige publicatie van het van het Europees Parlement.
Naar al onze blogs.